Tips voor ouders bij het omgaan met boosheid en andere lastige emoties

Reageren op een emotionele bui

1.       Erkennen

Maak connectie door de emotie te benoemen. Benoem zo mogelijk ook de waarom van de boosheid. Ga niet te snel, herhaal en benoem totdat het kind wat bedaart en zich gehoord voelt. Neem even de tijd, sluit aan bij wat er nu is, probeer rustig te blijven. Focus desnoods op je ademhaling of zeg iets aanmoedigends tegen jezelf. Wacht met reageren en leer je eigen woede/emoties te beheersen.

 ‘Ik zie dat je boos bent, je bent ook moe van de dag en nu mag je je speen niet. Dat is ook vervelend’.

‘Ik zie dat je verdrietig bent en dat mag ook. Huil maar even’

‘Ik ben bij je. Ik begrijp je. Iedereen moet weleens huilen.

 2.       Begrens

Als het nodig is dan geef je aan wat je verwacht of wat de regels zijn op rustige toon en zonder lange uitleg. 

‘Je mag boos zijn maar je mag je broertje niet slaan’. Geef aan wat ze  wel kan doen. ‘Je kunt het oplossen met woorden (of iets dergelijks)’.

‘Ik wil dat je stop met schoppen, ga maar rustig worden op jouw rustplek’

 3.       Reageer positief

Geef een compliment of een  knuffel als het lukt. Probeer telkens met een schone lei te beginnen. Als de driftbui over is dan is het klaar. Probeer de sfeer luchtig te houden.

 Algemene tips

·       Bedenk samen drie-vier basisregels die je weergeeft met plaatjes en waar je op terug kan komen. Bijvoorbeeld: ‘

‘In huis praten wij aardig tegen elkaar en doen we elkaar geen pijn’

‘Als we boos zijn dan gaan we naar de rustplek’

‘Aan tafel eten we 5 happen’

·       Een eenvoudige, visuele weergave van bijv. een dag- en/of weekstructuur werkt goed. Vermijd verassingen en plan veel rust/lege momenten in.

·       Creëer een vast rustplek in huis, het liefst op een zitzak of een dikke mat. Leg er aantrekkelijke materialen neer die kalmerend werken. Knuffels, kneedballetjes, tangles, kussens.

·       Hang een thermometer/stoplicht  in huis waarop je kind kan aangeven hoe het zich voelt en teken er eventueel ‘oplossingen bij’. Dit kan een speelse manier worden van praten over ‘spanning’. Bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat het nu oranje is bij jou, ga maar even een oplossing kiezen zodat je weer naar groen gaat’.

·       Zie de buien als een soort storm die langskomt en die jullie samen doorstaan. Je kind heeft last van een driftbui en dat hoort erbij. Je kind is niet de driftbui, je kind doet dit niet expres. Herinner jezelf eraan dat het uiten van gevoelens goed is.

·       Als je de situatie vanuit liefde en begrip benadert dan komt er veel meer ruimte voor verbetering.  Haal diep adem en kies voor een liefdevolle aanpak. Bedenk welke gedachte je boos maakt en zet daar een liefdevolle gedachte voor in de plaats. Kijk wat bij je past, bijv: ’Ik kies voor de liefde’ of ‘Ook dit gaat voorbij, ik hoef er alleen maar te zijn voor mijn kind’ of ‘Het enige wat ik moet doen is mijn kind liefhebben’. Houd het simpel. Je kind heeft er behoefte aan om in jouw aanwezigheid zijn emoties de vrije loop te laten gaan, en om van jou te horen dat je nog steeds van hem houdt, ondanks al die rottige gevoelens.

·       Leg jezelf niet te veel druk op. Je hoeft niet alles perfect te doen en alle problemen direct op te lossen. Neem de tijd en laat zo nodig de routine los. Al die dingen die je nog moet doen zijn voor later. 

·       Zorg voor jezelf. De sleutel is om elke dag net zo goed voor jezelf te zorgen als voor je kinderen. Vervul zowel hun behoeftes als die van jezelf. Je kunt kleine mini-pauzes nemen door rustig een kop thee te drinken of een wandeling maken. Op wilskracht komt je een heel eind maar het is belangrijk om je batterij regelmatig op te laden zodat je vrolijk bent en oprechte aandacht hebt voor je kind.

·       Bekijk welke momenten op een dag het zwaarst zijn en maak een plan ter verbetering. Wat kan makkelijker? Doe het niet alleen, vraag om hulp.

 

Kina Smit1 Comment