Psychologisch onderzoek bij kinderen en jongeren: Liever geen label? Of juist wel?

Wij spreken regelmatig bezorgde ouders en leerkrachten die antwoord willen op de vraag: “Wat is er met mijn kind aan de hand? Waarom kan hij/zij zich niet concentreren? Waarom loopt mijn kind vast? Waar komt dit gedrag vandaan?”

Ieder kind is echter uniek. Wat zegt zo’n diagnose precies? Kinderen met leer- en gedragsproblemen zijn allemaal zo anders en toch krijgen ze dezelfde ‘diagnose’. Wat is hier eigenlijk het nut van? Hetk kan niet kloppen dat de ‘diagnose’ lijkt te bepalen wat we moeten doen, en niet de individuele en unieke problemen, uitdagingen en omstandigheden van het kind én gezin.

In de praktijk roept lastig gedrag bij kinderen vaak op dat de volwassenen het willen verklaren. We willen snappen hoe dit kan. Er moet een reden voor zijn. Soms lijkt het nuttig om een ‘stoornis’ aan te wijzen zodat er een houvast is waardoor we ons minder machteloos voelen. Het is echter zo dat niet elk gedrag een eenduidige verklaring heeft.

Sterker nog mocht het gedrag van een kind voldoen aan de criteria van een ‘stoornis’ zoals AD(H)D dan is dat nog steeds geen verklaring. AD(H)D is een beschrijving van een probleem (of uitdaging) en geen verklaring voor het ontstaan ervan. De wetenschap is hard op zoek maar er is nog geen eenduidige biologische oorzaak gevonden op het gebied van psychische problematiek. 

DSM-V?

In het handboek DSM-V staan allerlei symptomen (problematische gedragingen, klachten, problemen) beschreven in sets van criteria. In psychologisch onderzoek wordt uitgezocht of het gedrag van het kind past bij deze criteria. Het label ADHD op zich zegt vervolgens niks over onderliggende cognitieve, emotionele, gedragsmatige en fysiologische processen die veel complexer zijn.

Simpel gezegd

ADHD is een omschrijving van het drukke gedrag maar niet van de oorzaak of verklaring ervan.

Naming versus explaining

Laten we breed en zorgvuldig naar de ontwikkelingsgeschiedenis kijken, laten we belangrijke gebeurtenissen in het leven van ouders en kind, de familiegeschiedenis en de  ontwikkelingsverloop op school en thuis goed onder de loep nemen. En laten we belangrijke omgevingsfactoren altijd meewegen. Bij praktijk Kina kijken we specifiek naar het ‘psychisch lijden’ van kind en gezin en naar de impact van de klachten op het dagelijks functioneren. Psychisch lijden: ‘in hoeverre er echt een probleem ervaren wordt, in hoeverre een kind echt beperkt wordt bij het dagelijks functioneren’.

Veel mensen herkennen zich namelijk in de lijstjes van criteria uit de DSM terwijl niet iedereen een ‘stoornis’ heeft. Wij onderzoeken of er ook écht sprake is van significante lijdensdruk in meerdere omgevingen (school, thuis, bij sport, etc).

We zijn ons ervan bewust dat 10 kinderen met AD(H)D tien verschillende aanpakken nodig kunnen hebben, daar willen we rekening mee houden. Onze adviezen zijn altijd op maat en in nauw overleg met ouders en school. Een van de zwakke punten van de DSM is namelijk dat de diagnoses niet één-op-één in verband staan met de unieke opvoedings- en onderwijsbehoefte van ieder kind.

Vaak is een accurate beschrijving van de problematiek goed te vertalen in doelen en opvoed/onderwijsbehoeften. Het stellen van een classificatie (lees: ‘stoornis’) heeft dan nauwelijks implicaties voor de aanpak, want of het kind de classificatie nu wel, een beetje of niet heeft, de aanpak is in grote lijnen hetzelfde. Het lastige is echter dat het schoolsysteem en de GGZ vaak nog ingericht zijn op deze labels. ‘Mét label’ is er vaak meer mogelijk aan extra zorg en onderwijs. Jammer. Wij overleggen dit soort dilemma’s uitgebreid met ouders (en waar mogelijk ook met het kind zelf) om samen af te wegen wat nu het beste is, voor nu en later.

De DSM classificatie kan soms de acceptatie bevorderen zodat volwassenen het ‘lastige kind’ makkelijker kunnen aanvaarden. Dan wordt helder dat het geen onwil is maar eerder onvermogen; het is geen kwestie van niet-willen maar van niet-kunnen. Soms is het gedrag van het kind beter te begrijpen omdat het gezien wordt als ‘een kenmerk van .... ‘ De classificatie heeft daardoor een beschermende functie en helpt verwachtingen bij te stellen en reële doelen te formuleren.

Een heldere uitleg in kindertaal kan ook een kind helpen om meer grip te krijgen op eigen mogelijkheden en beperkingen. Een kind begrijpt dan beter waar hij/zij last an heeft en wat extra inzet van zichzelf en van de omgeving vergt. Zo ontstaat er meer rust en overzicht.

Bij Praktijk Kina zijn we echter erg voorzichtig met het woord ‘stoornis’. Wij zijn er om kinderen te helpen om zich beter te voelen, om op te bloeien en een balans terug te vinden. Een stoornis impliceert een defect, alsof er iets mis en fout is met het kind. “Je gedraagt je anders dan de rest en dat noemen we een stoornis”.

We zijn ons bewust van het risico dat dit woord met zich mee brengt en geven liever een heldere uitleg of omschrijving van waar het kind last van heeft om samen te ontdekken wat er mogelijk is om hier beter mee om te gaan. Zo worden problemen kleiner en ontstaat er vaak al voldoende ruimte voor luchtigheid en groei. Laten we het vooral fijner maken en niet groter en zwaarder…

 

Kina Smit1 Comment