Boosheid? Ga er creatief mee om. Gebruik een stoplicht of thermometer!

Iedereen is wel eens boos.  Natuurlijk zouden we ons elke dag gelukkig en blij willen voelen. Helaas werkt het niet zo. Gevoelens zijn net golven, ze komen en gaan. Blije en boze gevoelens, ze komen en gaan. Het lastige met boosheid is dat het vaak als een vulkaanuitbarsting komt en hoe harder je het wegduwt hoe langer de lava blijft komen. Afkoelen is dan het enige wat helpt, pas dan komt er weer ruimte voor contact en begrip. Achteraf blijkt er vaak toch een geleidelijke opbouw te zijn geweest en had de uitbarsting voorkomen kunnen worden.

Wij mensen hebben nu eenmaal de neiging onze gevoelens te onderdrukken. ‘Joh, het valt wel mee’, kom op doe niet zo moeilijk’. Het is alsof we niet mogen klagen. Door de gevoelens van onszelf en onze kinderen te ontkennen is het net alsof we een grote strandbal steeds dieper onder water duwen. Net zo lang totdat hij met volle kracht omhoog schiet. Geef je kinderen en jezelf dus de ruimte om lastige gevoelens (het liefst in kleine beetjes) te uiten. Benoem gevoelens die je ziet en erken ze: ‘Het is ook vervelend dat je niet mee mag doen!’ en ‘Natuurlijk is het jammer dat we naar huis moeten’. Erken de gevoelens die er zijn, ze zijn er toch al.  

Om kinderen meer grip te geven op hun eigen boosheid kun je de opbouw visualiseren aan de hand van een stoplicht of een thermometer. Dit geeft een soort gemeenschappelijke taal om over de boosheid te kunnen praten:

Teken samen op een groot vel papier een stoplicht of thermometer (of gebruik een bestaand plaatje van een stoplicht of boosheidsthermometer).

Rood is nood

Bij rood zijn kinderen niet meer voor rede vatbaar (en ouders vaak ook niet meer). Kinderen horen niks meer en het heeft geen nut om op in ze in te praten. Bespreek op een rustig moment eens met je kind: ‘Hoe gaat het als het totaal misgaat? Wat gebeurt er als het stoplicht op rood staat? Wat doe jij als je bij rood bent? Hoe ziet dat eruit?’ Schrijf dit samen op en vraag door: ‘Is het fijn als het stoplicht op rood staat? Wat levert dit allemaal op? Wat heeft dit voor effect op jullie?. En wat zouden we kunnen afspreken over rood? Hoe kunnen we samen het vuur blussen? Hoe kunnen we zorgen voor afkoeling? Dit hoeft geen straf te zijn maar juist een leermoment.

 Groen is doen

Bij groen is het gewoon oké. Er kan een beetje spanning zijn maar iedereen kan daar goed mee omgaan. Bespreek: ‘Wanneer gaat het goed? Wat doen jullie dan? Wat gebeurt er dan? Hoe gaan jullie dan met elkaar om?  Hoe voelen jullie je dan? Etc, flink doorvragen totdat ze het als een film voor zich kunnen zien in termen van positief gedrag.

 Bij ‘Oranje kan je….’

Oranje is het belangrijkste station. Bij oranje zijn kinderen (en ouders!) nog niet helemaal ingenomen door de boosheid en kun je nog iets doen om weer bij groen te komen. De ‘nadenk hersenen’ doen het nog. Bij oranje kun je stoppen of doorgaan, dit is het moment om te kiezen. Bespreek: ‘Waaraan merk je dat je bij oranje bent? Wat zijn oranje signalen? Wat kan helpen om van oranje weer naar groen te komen en niet door te schieten naar rood? Wat heb je dan nodig? Wat kunnen we samen doen op zo’n moment? En wat moeten we zeker niet doen?

 Opties zijn het afspreken van een grappig codewoord wat als signaal dient om: even alleen te gaan spelen, te rennen in de tuin, een Duckje te lezen, muziek te luisteren of gewoon even samen te bespreken wat er is, de irritatie te erkennen en de reden te benoemen. Ouders hebben vaak haast en de boosheid verstoort de routine. Maar er is helaas geen shortcut voor het wegpoetsen van boze gevoelens. Beweeg mee en los het waar mogelijk op met humor. Neem een mini-pauze, adem in en uit, verzamel frisse moed en kijk met een open (niet-veroordelende blik) naar je kind. Wees nieuwsgierig naar de behoefte achter de boosheid. En kijk hoe jullie daar samen op in kunnen spelen.

Hulp nodig hierbij? Kina heeft 15 jaar ervaring met het begeleiden ouders en kinderen bij het omgaan met lastige gevoelens

Kina SmitComment