Omgaan met oplopende emoties bij jonge kinderen

Bij oplopende emotie van een kind

*Voor het gemak staat er “hij” waar dit ook “zij” kan zijn. Meisjes hebben hier ook last van!

Boosheid, frustratie en verdriet hoort erbij! Kinderen kunnen periodes hebben met heftige uitingen van opgebouwde spanning en boosheid. Dit is niet persé reden tot grote zorgen. Het vraagt extra inzet van de ouders. Ik hoop met jullie met deze tips een handzame leidraad te bieden.


1. Erken wat er is. Hou het kort en herhaal: 
"Ik zie dat je boos bent..."
"Jij bent nu boos.."
"Wat vervelend dat .. is gebeurt, het heeft je boos gemaakt. 
"Balen", "Jammer, hè!"
Dit zijn de woorden die hij mettertijd tegen zichzelf kan zeggen om zijn gevoel te begrijpen en te erkennen. 
Constateer wat er is met een kalme, neutrale stem. Als de emotie hoog is, kun je weinig. Herhaal en blijf erbij. Geef zo mogelijk aan dat je even weggaat en zo weer terugkomt om te kijken of hij al rustig is. Geen discussie. Als je het niet aankunt op dat moment loop even weg! Neem een time-out en geef het (zo mogelijk) even over aan de andere aanwezige volwassene. 

2. Als je kind op het moment van boosheid iets doet wat niet kan dan benoem je dat kort en krachtig.
"Wat je nu doet dat kan niet" met eventueel een korte waarom. Weinig tekst. Je enige doel is dat hij kalmeert. Inzichtgevende gesprekken kunnen nu niet. 

3. Is de kalmte terug? Sluit af met: "Fijn dat je er weer bent", "Fijn dat je rustig bent". En begin weer met een schone lei. Mocht hij iets kapot gemaakt hebben dan moet hij dat nog opruimen. Of excuses maken. Een kleine consequentie is een optie. 
Je kunt ervoor kiezen om meteen met hem terug te blikken, dit kan misschien ook later. Het hoeft niet persé. Als het vaak gebeurt dan hebben de inzichtgevende gesprekjes weinig nut. Kies waar je in investeert. Laat los. Het overkomt hem, het is een storm. Redelijkheid en inzicht werken vaak niet in een storm. Door hem zo neutraal en kort te begeleiden leer je hem koers houden en temmen jullie samen de golven van de boosheid. 

In de plaats van de langere inzichtgesprekjes kan een relativerende sleutelzin meer bijdragen. Zie hieronder bij generaliseren en relativeren. 


Een belangrijke voorwaarde om bovenstaande uit te kunnen voeren is: voldoende zelfzorg. Ontspanning, rust nemen, luisteren naar je eigen behoeftes. Steun vanuit omgeving. Etc. Tijd voor jezelf is niet egoïstisch, dat is een waardevolle investering voor het hele gezin. Iedereen profiteert hiervan. 

In het algemeen hebben kinderen die rigide denken baat bij generaliseren en relativeren. Gebruik regelmatig dezelfde sleutelzinnen. Je kunt ze zelfs opschrijven met je kind zodat hij ze er zelf bij kan pakken en ze steeds meer eigen worden. 
"Iedereen verliest wel eens, het hoort erbij". Eventueel ook: "Verliezen betekent niet dat je het niet goed kunt"
"Het kan gebeuren dat andere kinderen iets ander willen doen dan wat jij wil". 
"Soms gaat iets niet zoals je wil, dat gebeurt nu eenmaal".
Nog een voorbeeld: 
‘Iedereen heeft weleens bloed. Bloed gaat altijd over.’
‘Kan gebeuren, gaat weer over’ of ‘Mijn lijf maakt het wondje weer heel, komt goed.’
"Een ballon die knalt geeft hard geluid. Mijn oren kunnen dat hebben, het vervelende gevoel gaat vanzelf weer over".  
Je kunt een oplossing geven:
"Een pleister kan helpen". 
"Je kunt de bal vragen" 
"Je kunt even wachten en dan mag je zo vast wel met de bal". 

Herhaal, weinig woorden. Rustig blijven. Minder hard werken! Het voelt misschien wat kunstmatig maar dat gaat vanzelf over. Gewoon doen en volhouden. 


Complementeer deze benadering met veelvudig “complimenten op maat” voor kleine uitzonderingen, pogingen. 
"Je wilde de bal afpakken en je deed het niet. Dat zag ik, wat knap!" “Je zet de tv nu zelf uit, fijn”. Benoem concreet het gewenste gedrag.
Hou het kort en krachtig. Luchtige, neutrale stem. Niet teveel eigen emotie.  

Kina SmitComment